Beleidsplan Algemene Kerkenraad 2018-2022
Beleidsplan Algemene Kerkenraad 2018-2022
Snoeien om te bloeien Beleidsplan van de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse 2018-2022 Inhoudsopgave per blz.: 3. Inleiding 4. Hoofdstuk 1: Over het ontstaan van dit plan 5. Hoofdstuk 2: Missie en Visie…. 7. Hoofdstuk 3: De studiedag in mei 2018 en de conclusies 9. Hoofdstuk 4: Spijkers met koppen 13. Hoofdstuk 5: Organisatie en bestuur: slagvaardig, betrokken en inspirerend! 15. Hoofdstuk 6: Pastoraat 15. Hoofdstuk 7: Diaconaat 17. Hoofdstuk 8: Communicatie en PR 19. Hoofdstuk 9: Erediensten 20. Hoofdstuk 10 Vorming en Toerusting 20. Hoofdstuk 11 Oecumene 20. Hoofdstuk 12 Jeugdwerk 22. Hoofdstuk 13 College van kerkrentmeesters 24. Hoofdstuk 14: De kerk is….. duurzaam 25. Bijlage 1: de cijfers van Jan Boer 28. Bijlage 2: Beleidsvoornemens per hoofdstuk en in tijd neergezet 29. Bijlage 3: Overzicht ledenverloop van de afgelopen 10 jaren Apart: Bijlage 4: Inzicht in geefgedrag van leden van PKN Hardenberg-Heemse Bijlage 5: meerjarenprognose begroting Inleiding Dit beleidsplan voor de jaren 2018-2022 is geschreven met een grote urgentie. Die urgentie heeft te maken met ontkerkelijking, die in heel Nederland een grote rol speelt, maar ook ons als Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse raakt. In feite raakt de ontkerkelijking ons in Hardenberg al jaren, maar heeft dat niet geleid tot ingrijpende maatregelen. Die tijd is nu voorbij: de komende jaren zullen we duidelijke keuzes moeten maken in hoe we kerk willen zijn. Die keuzes zijn noodzakelijk vanwege een duidelijk teruglopend ledental en daaraan verbonden teruglopende inkomsten. Oorzaak van die achteruitgang is dat mensen zich verminderd betrokken voelen bij de kerk én dat vertaalt zich letterlijk uit in verminderde financiële vrijgevigheid. Of, omgekeerd en beter geformuleerd: het lukt ons als kerkelijke gemeenschap niet goed genoeg om de verbinding met mensen te zoeken en te behouden. We willen daar niet voor weglopen. Tegelijk willen we die keuzes maken vanuit een hoopvol perspectief: we willen ernaar streven als AK te werken met een sluitende begroting om alle wijken te faciliteren zo goed mogelijk hun eigen beleidsplannen uit te voeren. Of, anders, iedere wijk heeft een eigen kleur en we dagen iedere wijk uit die kleur met verve in te vullen en aanstekelijk gemeente te zijn. Omdat de tendens uit de wijken zó sterk is, dat de wijken graag wijkgericht blijven werken (zie hoofdstuk 3) willen we daar vol op inzetten. Tegelijk is het – regeren is vooruitzien – ook de vraag of dat op termijn haalbaar is. Als de ledentallen blijven teruglopen worden wijken op termijn wellicht te klein om zelfstandig wijk te zijn. Daarnaast is er ook een tendens zichtbaar waarbij mensen – vaak leeftijdsgenoten, 30ers, 40ers – over wijkgrenzen heen elkaar opzoeken. Dan zou het wijkgerichte eerder contraproductief zijn. Daarom anticiperen we daar ook een aantal keren op binnen dit beleidsplan en maken daar ook gelden voor vrij. We dagen dus wijken uit om aanstekelijk gemeente te zijn, in die zin, dat we op een eigentijdse manier woorden en wegen moeten zien te vinden die mensen in onze plaats ráken, waardoor het voor hen aantrekkelijk is om wél betrokken te zijn. Geloven in God is te mooi om dat vanuit een wanhopige stemming te doen. Daarbij, overal in het land bloeien nieuwe vormen van gemeente-zijn op nadat er sprake is geweest van kaalslag en afbraak. Wij geloven dat dat óók in Hardenberg kan: dat Gods Geest zo levend is, dat mensen geïnspireerd zullen worden door Zijn liefde en dat we door een proces van snoeien en schoffelen en ploegen heen zullen moeten gaan om te komen tot nieuwe plantjes, nieuwe vruchten, nieuwe vormen van kerk-zijn, waarbij we dat wat nu wél bloeit en groeit willen bewaren. Maar om daar te komen zullen we nu wél duidelijke keuzes moeten maken! Met het oog daarop is dit plan geschreven. Alle plannen die we hebben gemaakt, staan omschreven in genoemde hoofdstukken. In bijlage 2 zijn alle beleidsvoornemens kernachtig en samenvattend opgenomen met een tijdsplanning. Hoofdstuk 1: Over het ontstaan van dit plan Elke kerkenraad is kerkordelijk verplicht om iedere 4 jaar een beleidsplan te schrijven. Dat is een zinvolle verplichting: het dwingt een kerkenraad telkens om na te denken “waar staan we op dit moment in de tijd als kerk van Christus, zijn we bezig met de goede dingen als kerk én doen we de dingen goed én welke dingen moeten we de komende jaren doen om goed kerk van Christus te blijven?” Het voorkomt dat je “zomaar wat doet”. Zoals in de inleiding gezegd: we leven als Protestantse Gemeente in een tijd van urgentie: ledentallen én financiën lopen terug. Daar moeten we nú en de komende vier jaren wat mee – en daarna vermoedelijk ook – om goed gemeente te blijven. Daarom heeft de AK dit voorjaar (2018) besloten om een studiedag te organiseren waarbij alle moderamina van alle wijkkerkenraden zijn uitgenodigd om te reageren op een aantal dilemma’s waar we ons voor zien gesteld in de komende periode. Deze dag vond plaats op 26 mei. De moderamina – en later de wijkkerkenraden – hebben op die dilemma’s gereageerd en hun reacties zijn omgezet in een aantal voorlopige conclusies. Die conclusies – en vooral de cijfers uit de enquête die ten grondslag liggen aan de conclusies - worden beschreven in hoofdstuk 3 en vormen de basis van dit beleidsplan. Daarbij zijn ook de reacties die vanuit de diverse wijkkerkenraden zijn gekomen meegenomen. In hoofdstuk 4 vertalen we de conclusies naar beleid onder de titel “Spijkers met koppen”. De overige hoofdstukken volgen de indeling van het vorige beleidsplan en gaan over zaken waar de Algemene Kerkenraad (mee) verantwoordelijkheid voor draagt. Zie voor de inhoud de inhoudsopgave én de hoofdstukken zelf. In de junivergadering heeft de Algemene Kerkenraad een werkgroep ingesteld, die aan de hand van deze conclusies een beleidsplan gaat schrijven. Dit concept zal worden besproken in de september/oktobervergadering van de Algemene Kerkenraad en dan – met evt. wijzigingen – worden voorgelegd aan de wijkkerkenraden, College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen in hun novembervergaderingen ter advies. Als dit advies is ingewonnen zal de Algemene Kerkenraad het zo mogelijk in november vaststellen en het dan voorleggen aan de gemeenteleden. Als zij gehoord zijn, zal de Algemene Kerkenraad het plan definitief vaststellen. Hoofdstuk 2: Missie en Visie en over de samenstelling van onze Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse 2.1 Missie én visie: De Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse wil mensen deelgenoot maken van Gods liefde en trouw. Wij willen leven vanuit de Bijbelse boodschap, die ons uitnodigt om mens te zijn in deze wereld, in het licht van Gods Liefde. Wij weten ons in ons geloof verbonden met Jezus Christus, in wie God zich ten volle heeft geopenbaard. De Protestantse Gemeente te Hardenberg-Heemse is een kerkelijke gemeenschap, waar onderlinge verbondenheid, betrokkenheid, zorg voor elkaar en dienstbaarheid aan medemens en samenleving erg belangrijk is. De gemeente wil gastvrij zijn, stimuleert actief meedoen en is gericht op continuïteit en vernieuwing met het oog op een maatschappij die constant in beweging is. Iedere wijk vult die gastvrijheid op haar eigen manier in. Via bijvoorbeeld een begroetingscommissie, wijkteams, het aangaan van gesprekken met onbekende mensen in de kerk en het uitnodigen en meenemen van mensen naar de kerk. De gemeente heeft een groot aantal leden, maar bij de opzet van de structuur van de kerkelijke organisatie is nadrukkelijk gekozen voor het uitgangspunt: “kerk dicht bij de mensen”. De acht wijkgemeenten vormen het hart van de kerkelijke organisatie, dat wil zeggen dat hier de (relatief kleinschalige) kerkelijke gemeenschap beleefd kan worden. Er is veel aandacht voor het wijkgericht werken 2.2. Over de aard en samenstelling van onze Protestantse Gemeente De burgerlijke gemeente Hardenberg heeft sinds de gemeentelijke herindeling van 2000 een uitgestrekte oppervlakte en telt ongeveer 60.000 inwoners. De kern van de gemeente wordt gevormd door Hardenberg en Heemse, die in de loop der jaren aan elkaar zijn vastgegroeid en samen ongeveer 19.000 inwoners tellen. De gemeenschap vindt haar oorsprong voor een groot deel in het agrarisch bestaan, in de afgelopen vijftig jaren uitgebreid met industrie, middenstand, diensten, onderwijs en toerisme. Veel inwoners van (de gemeente) Hardenberg vinden hun werkkring echter ook elders. Qua werkgelegenheid zijn de industrie, handel, horeca en de gezondheidszorg de grootste sectoren. De Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse (PG-HH), die is ontstaan na de fusie van de Gereformeerde Kerken en Hervormde Gemeenten in Hardenberg, Heemse en Radewijk in 2006, bestaat uit ongeveer 8.000 leden en wordt gevormd door 8 wijkgemeenten. Onze gemeente laat zich kenmerken door een verscheidenheid aan opvattingen. Binnen de autonomie van de wijkgemeenten is hier ruimte voor. Deze opvattingen betreffen niet alleen de wijze van geloofsbeleving, maar hebben ook invloed op de bereidheid om deel te nemen aan het kerkenwerk. Binnen de PKN-gemeente bestaat de mogelijkheid om samen met de kinderen het avondmaal te vieren en om levensverbintenissen, anders dan een huwelijk tussen man en vrouw, te zegenen. Getracht wordt om als levende gemeente elkaar de ruimte te geven voor een persoonlijke geloofsbeleving en met elkaar te blijven praten en naar elkaar te luisteren. Samen proberen we als gemeente zichtbaar te zijn in de samenleving. 2.3 Overzicht wijkindeling: Aantal gemeenteleden per wijk en per fte. per oktober 2018. Wijk leden fte Aantal adressen (afgerond) Baalder 1015 0.9 460 Baalderveld 1721 1.3 710 C-Noord 897 1.3 590 C-Zuid 971 1.3 590 Heemse-West 650 0.6 320 Radewijk 533 0.4 225 Heemser Esch 1115 1.1 550 Marslanden 1117 0.7 440 Totaal 8019 7.6 3885 Ter vergelijking en ter illustratie van de urgentie van dit beleidsplan: januari 2013 waren deze getallen resp. 9080, 8,6 fte en 4410 adressen, een vermindering van ruim 11% qua ledental en 11,9% qua adressen. In bijlage 3 is het verloop in ledental over de afgelopen jaren terug te lezen. Hoofdstuk 3: De studiedag in mei 2018 en de conclusies…. Op de studiedag op 26 mei is aan de hand van én de teruglopende ledentallen én de teruggelopen inkomsten én de te verwachten inkomsten gesproken over keuzes die we moeten gaan maken voor de komende jaren. In het hoofdstuk hiervoor zijn de teruglopende ledentallen al aan de orde geweest, in bijlage 4 staat een aantal cijfers rond de financiën en het geefgedrag van leden dat de urgentie van de te nemen beslissingen nader illustreert. Wat daarbij ronduit zorgwekkend (zie de middelste tabel bovenaan de bijlage!) te noemen is, is dat in de leeftijdscategorieën tot 60 jaar de giften teruglopen en ze boven de 60 stijgen: juist in de bovenste leeftijdscategorieën gaan we in de komende jaren mensen door overlijden verliezen én dus ook inkomsten. Alarmerend in dit verband is dat 904 adressen onze leden boven de 75 zijn, waar 31% van de inkomsten van hén afkomstig is. De daling in giften van 60- is grotendeels te verklaren doordat in deze categorieën mensen zich laten uitschrijven. In bijlage 5 is de meerjarenbegroting (prognose) opgenomen, die laat zien hoe bovenstaande tendensen grote gevolgen hebben voor de tekorten in de komende jaren. Er moeten dus keuzes worden gemaakt. Op 26 mei is een aantal dilemma’s rond 6 wezenlijke vragenclusters over hoe we door moeten gaan in onze kerk. De dag stond onder leiding van Jan Boer, van “kerkvitaal”. Hij heeft uitgebreid gerapporteerd aan de AK over de dag én over de reacties die er vanuit de wijkkerkenraden zijn gegeven en we nemen telkens zijn voorlopige conclusies over . Het gaat om de volgende clusters én conclusies. In Bijlage 1 staan de cijfers door Boer uitgewerkt. Vragencluster1: Willen we in de komende jaren wijkgericht blijven werken of zijn er alternatieven – zoals wijken clusteren, predikanten die meer in teamverband gaan werken, wijken meer op “theologische ligging”. De uitslag is helder: Voorlopige conclusie Boer: Wijkgericht blijven werken waarbij er ruimte is voor clustervorming. Vragencluster 2: wat is belangrijker: pastoraat óf gebouwen en waar moeten we investeren? Voorlopige conclusie Boer: Ga het gesprek rond kerksluiting aan om voldoende middelen voor het pastoraat te houden Vragencluster 3: Nu is het financieel beheer zo geregeld dat alles centraal wordt betaald – behalve de wijkkassen - ; dat is uit oogpunt van solidariteit tussen de wijken. Moeten we dat handhaven of moeten we meer gaan werken met wijkbudgetten? Voorlopige conclusie Boer: Blijf uitgaan van het solidariteitsbeginsel Vragencluster 4: Moeten we mensen die niets willen betalen uitschrijven uit het kerkelijk bestand en moeten we een minimum contributie gaan heffen? Voorlopige conclusie Boer: schrijf mensen die niet willen bijdragen uit Vragencluster 5: Wat moeten we doen met de financiële reserves: investeren in bijv. jongerenwerker, investeren in meer fte pastoraat óf sparen Voorlopige conclusie Boer: Wend vermogen aan voor investeren in jeugdwerk en pastoraat Vragencluster 6: Bezuinigen op “overig personeel”, gedwongen ontslag of vrijwilligers…. Voorlopige conclusie Boer: Ontsla geen personeel maar laat bij vertrek het werk wel oppakken door vrijwilligers Hoofdstuk 4: Spijkers met koppen In het vorige hoofdstuk hebben we de 6 vragenclusters besproken. Nu willen we deze omzetten tot beleid voor de komende jaren. 4.1 Vragencluster 1: wijkgericht werken…. De conclusie is duidelijk: de voorkeur van de wijken blijft liggen bij het wijkgericht werken. Waar dat door verder teruglopend ledental wellicht in de toekomst moeilijk wordt, ligt de voorkeur bij clustering van wijkgemeenten om het wijkgerichte werken in stand te kunnen houden ook als wijken te klein zouden worden. Tegelijk is het ook belangrijk om te investeren in de toekomst en juist jongere mensen te binden en verbinden aan de kerk. Jongeren denken niet altijd wijkgericht, maar zoeken elkaar ook op over wijkgrenzen heen. Daarom willen we als AK (zie ook de inleiding) geld vrij maken om als er initiatieven zijn die bovenwijks worden georganiseerd deze ook gestart kunnen worden. Dit doen we vanuit de reserves. Problematisch hierbij kan zijn, dat als er predikanten/kerkelijk werkers vertrekken en er opnieuw herverkaveld moet worden. Het zou opnieuw versnippering betekenen van de werkzaamheden van predikanten/kerkelijk werkers. Daarom kiezen we ervoor om:
4.2 Vragencluster 2: gebouwen of pastoraat De conclusie is duidelijk: als er gekozen moet worden tussen “gebouwen of pastoraat” dan vindt de meerderheid van wijkkerkenraadsleden “pastoraat” belangrijker. We kunnen niet kiezen of we willen bezuinigen, we móeten bezuinigen. Nu is bezuinigen op gebouwen nog niet zo makkelijk. Een gebouw betekent voor een wijkgemeente ook onderlinge ontmoeting en dat is een vorm van pastoraat. Daarnaast zijn er allerlei emoties rondom vooral de kerkgebouwen: mensen hebben er kernmomenten van hun leven gevierd en/of beleefd. We ontkomen desalniettemin niet aan bezuinigen en dat vraagt om enerzijds zorgvuldigheid en anderzijds doortastendheid. Daarbij moet alles bespreekbaar zijn: het sluiten/afstoten van kerkgebouwen/sporthallen/scholen én ook het rendabeler maken van gebouwen. Doelen daarbij zijn: a. bezuinigen op gebouwen én b. de onderlinge verbondenheid in de wijken op peil houden. Daarom willen we:
4.3. Vragencluster 3: de onderlinge solidariteit tussen de wijken De huidige praktijk is dat de onderlinge solidariteit tussen alle wijken er als volgt uitziet: jaarlijks is er de actie kerkbalans, waar alle wijken aan meedoen. Daarnaast zijn er opbrengsten voor kerk en onderhoudsfonds via de collectes. Al die opbrengsten gaan in één grote pot en daaruit worden ook verreweg de meeste kosten betaald. Wat we dan gezamenlijk tekort komen wordt bijgelegd uit de reserves – het spaargeld. Daarbij is het niet helder en transparant hoeveel een wijk bijdraagt én hoeveel een wijk uitgeeft. En daarmee dus ook niet wat voor beroep een wijk doet op de reserves. Wij willen de komende jaren toewerken naar een transparantere manier van solidariteit zónder die solidariteit op te geven. Maar juist door transparanter te zijn in uitgaven en inkomsten willen we ook meer laten zien wat solidariteit is én willen we wijken stimuleren om meer inkomsten te genereren, c.q. te besparen. We willen daarom een werkgroep in het leven roepen die in 2019 gaat uitwerken hoe e.e.a. gestalte kan krijgen, zodat we dat met de begroting van 2020 kunnen gaan invoeren. Om een idee te geven van hoe zo’n plan eruit zou kunnen komen te zien, geven we een aantal punten aan die als uitgangspunt zouden kunnen fungeren. Uiteraard is het aan de werkgroep om dit uit te werken:
4.4. Vragencluster 4: het uitschrijven van niet betalende leden Er is onder veel wijkkerkenraden de wens om mensen te verplichten een bepaald bedrag te betalen vanwege hun lidmaatschap voor de kerk. Die wens is te begrijpen, maar kerkordelijk kan het niet. Sterker nog, het heeft te maken met de aard van wat kerk is: mensen horen erbij op grond van doop en belijdenis en/of omdat ze als vriend/gastlid bij de kerk betrokken zijn. Daarnaast worden de kinderen die niet gedoopt zijn óók ingeschreven, voor zover de ouders daartegen geen bezwaar hebben. De kerkorde formuleert het zo: Tot de gemeenschap van een gemeente behoren: - als leden: de gedoopten die in het lokale ledenregister zijn opgenomen; leden die openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd worden aangeduid als belijdende leden, de anderen als doopleden; - als gastleden: de gedoopten die als lid ingeschreven zijn in een andere kerkgemeenschap en op hun verzoek als zodanig in de gemeente zijn opgenomen, naar regels bij generale regeling gesteld; - als niet-gedoopten: de niet-gedoopte kinderen van gemeenteleden, voor zover de ouders of wettelijke vertegenwoordigers daartegen geen bezwaar maken. - als vrienden: degenen die blijk geven van verbondenheid met de gemeente en op hun verzoek als zodanig zijn opgenomen. Mensen verplichten tot een minimumbedrag is om principiële redenen niet mogelijk. Dat neemt niet weg dat wij van mening zijn dat het niet meer dan normaal is dat als je lid bent van een kerk je daaraan financieel bijdraagt. Daarom moeten we andere wegen bedenken om mensen te stimuleren financieel meer bij te dragen. Daartoe wordt een plan gemaakt waarin de volgende elementen een plek krijgen:
4.5. Vragencluster 5 én 6: Wat moeten we doen met de financiële reserves: investeren in bijv. jongerenwerker, investeren in meer fte pastoraat óf sparen én wat doen we als er ondersteunend personeel afvloeit We streven ernaar om in 2021 een sluitende begroting te hebben. Dat moet bereikt worden doordat
Daarom gaan we z.s.m. in 2019 beginnen met de voorbereidingen van dit plan ( vgl procedure JOP ) De doelen en de taakomschrijving van deze functie moet dan ook zorgvuldig worden afgewogen en opgeschreven Hoofdstuk 5: Organisatie en bestuur: slagvaardig, betrokken en inspirerend! De huidige situatie van organisatie en bestuur staat helder omschreven in het beleidsplan 2013-2017. We citeren: “De Algemene kerkenraad (AK) wordt momenteel gevormd door 5 ouderlingen, 2 kerkrentmeesters, 4 diakenen uit de verschillende wijkgemeenten en 2 predikanten. Het moderamen van de AK telt 3 leden, deze zijn boventallig en niet gekoppeld aan een wijk of college. De wijze waarop we daar nu gestalte aan geven staat omschreven in de plaatselijke regelingen van de Algemene Kerkenraad, de wijkkerkenraden en van CvK en CvD en in de vorige kerkorde Ordinantie 4, artikelen 6 tot en met 8. Inmiddels is er een aantal factoren dat aanleiding geeft om het bovenstaande te herzien:
Verder neemt de Algemene Kerkenraad zich voor om consequent het overleg te zoeken met wijkkerkenraden en gemeenteleden waar het gaat om financiën, gebouwen enz., zaken die wijkkerkenraden en gemeenteleden direct aangaan. Doel daarbij is enerzijds om heel transparant te zijn in waar de Algemene Kerkenraad mee bezig is en anderzijds om draagvlak te vinden voor te nemen beslissingen. Daarbij moet telkens worden duidelijk gemaakt wie welk beslissingsrecht heeft, zodat ook daar transparantie in is. Daarnaast zal de Algemene Kerkenraad in principe ieder seizoen een inspiratiedag organiseren voor moderamens van wijkkerkenraden en/of wijkkerkenraden in hun totaliteit. Deze inspiratiedag moet bijdragen aan enerzijds onderlinge verbondenheid tussen de wijken en anderzijds telkens een positieve impuls geven aan het gemeente-zijn in deze jaren. De thema’s worden door de Algemene Kerkenraad vastgesteld nadat deze zijn oor te luisteren heeft gelegd bij de wijkgemeenten. Hoofdstuk 6 Pastoraat De Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse wil het pastoraat gestalte geven vanuit de visie, zoals deze is verwoord in het hoofdstuk Visie. Daarbij is het kerkordelijk én in de praktijk zo geregeld, dat de Wijkkerkenraden zelf inhoud en vorm geven aan hoe ze het pastoraat gestalte geven. Het is hun verantwoordelijkheid. We willen dus de Wijkkerkenraden – financieel en moreel – ondersteunen en faciliteren om hun werk te kunnen doen. Daarnaast willen we hen ook – jaarlijkse inspiratiedag – stimuleren om het contact met elkaar te onderhouden en van elkaar te leren. Toch willen we hier ook een tendens signaleren en die aan de orde stellen in dit beleidsplan: voor veel mensen 55-60+ e.o. is de huidige opzet van pastoraat, zoals die in veel wijken fungeert vertrouwd en adequaat: een predikant, ouderlingen, wijkteams. Veel jongeren 55- en vooral 45 e.v.- hebben weinig verbinding met deze manier van pastoraat. In diverse wijken zoeken – jongere – mensen elkaar op in groepen en voelen zich zo met elkaar en de kerk verbonden. Als Algemene kerkenraad willen we wijkgemeenten stimuleren na te denken over nieuwe vormen van pastoraat, omzien naar elkaar en verbondenheid waar jongere generaties beter in gedijen. Hoofdstuk 7 Diaconaat De Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse neemt als gemeenschap een belangrijke plaats in de lokale samenleving in. De Gemeente wil zichtbaar zijn en (ook als organisatie) zich dienstbaar opstellen en bepaalde verantwoordelijkheden nemen. Daartoe is het noodzakelijk op de hoogte te zijn van knelpunten en ontwikkelingen om die verantwoordelijkheid gestalte te kunnen geven. “Een open oog en oor hebben voor de nood van de medemensen die in de knel zijn geraakt of dreigen te raken, en hen de helpende hand te bieden, in de eigen kerkelijke gemeenschap en daarbuiten, dichtbij en ver weg”. Een opdracht vanuit het Evangelie aan ieder mens en in het bijzonder aan de geloofsgemeenschappen. Diakenen hebben bij deze opdracht een bijzondere taak, die wordt uitgevoerd in de wijkteams en door de wijkraad van diakenen en het College van Diakenen. Het beleid ten aanzien van het diaconaat komt tot stand in een zorgvuldig samenspel tussen de wijkkerkenraden, de Algemene Kerkenraad en het College van Diakenen met als aandachtspunten: plaatselijk diaconaat, Diaconaat is een belangrijk onderdeel van het kerkenwerk. De kerkelijke gemeente is er niet voor zichzelf. Een gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door te delen wat haar aan gaven is geschonken, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht plaatsvindt. De diakenen hebben een leidinggevende taak om samen met de gemeenteleden de diaconale roeping gestalte te geven. De diaconie werkt aan de hand van een eigen beleidsplan. Voor de verschillende werkgroepen wordt verwezen naar dat beleidsplan. De kerkelijke collecten vormen de belangrijkste en vaste bron van inkomsten voor de diaconie. Andere bronnen van inkomsten zijn giften, legaten en rente uit spaargelden. Conform de landelijke richtlijnen van de PKN wordt er jaarlijks een jaarrekening en begroting opgesteld, waarin aan de AK verantwoording wordt afgelegd van het gevoerde beleid en goedkeuring gevraagd voor het te voeren beleid. 7.1: Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking (ZWO) Hoewel dit onderdeel van het beleidsplan eigenlijk niet los van diaconaat kan worden gezien, kiest de AK ervoor hier een toelichting op te geven. De dienst aan de samenleving krijgt gestalte in woord en daad: verkondiging en dienstbaar zijn. Onze kerkelijke gemeente heeft oog voor de grote nood in de wereld. Wij willen de wereld Gods blijde boodschap verkondigen en laten zien dat het ons ernst is met de oproep vanuit het Evangelie tot delen. Het daadwerkelijk uitvoeren van de taak elders in de wereld is voorbehouden aan ter zake kundige organisaties. De bewustwording en blijvende betrokkenheid van de gemeente en de gemeenteleden wordt opgedragen aan de commissie ZWO. De ZWO beheert daartoe een eigen budget en bankrekening. Het budget van de ZWO (bepaald door de inkomsten uit vrijwillige bijdragen en giften van gemeenteleden en de opbrengsten van collectes) wordt vastgesteld door het College van Diakenen. Over te voeren acties wordt overleg gepleegd met het CvD. Er is jaarlijks overleg tussen de moderamina van CvD en ZWO over het te voeren beleid. 7.2. Plaatselijk diaconaat Het College van Diakenen maakt een inventarisatie van wat er leeft in de verschillende wijkgemeenten aan diaconale initiatieven en behoeften. Met de haar ter beschikking staande middelen en reserves zal worden bekeken of er plaatselijke projecten van de grond kunnen worden getild die voor mensen in de knel in Hardenberg van helpende betekenis kunnen zijn. Te denken valt aan drugsverslaafden, mensen die door een scheiding in financiële problemen zijn gekomen, mensen in de bijstand, mensen die als vreemdeling onder ons zijn komen wonen. Hierbij kan ook worden samengewerkt met andere ter zake kundige organisaties ter plaatse – Samen doen etc. – Hoofdstuk 8: Communicatie en PR Communicatie en Public Relations zijn belangrijk voor de kerkelijke organisatie. De belangrijkste middelen voor interne communicatie zijn momenteel het kerkblad van de PG – HH, Kerkklank, de website en de nieuwsbrieven Kerkcontact (Heemse West, Heemser Esch en Marslanden) en Kerknieuws (Baalderveld, Baalder, Centrum Noord, Centrum Zuid en Radewijk). Daarnaast heeft een aantal wijken een eigen nieuwsbrief.
Externe Communicatie/PR Het belangrijkste medium voor de Externe Communicatie/PR is het internet. Daarnaast is er ook de lokale pers – Toren, Dedemsvaartse Courant – en de regionale pers – de Stentor en RTV oost. Als Protestantse Gemeente willen we – zie hoofdstuk 7 o.a. – onze plek innemen in de samenleving op een manier die dienend en opbouwend is. Daarom is beeldvorming – laten zien wie we zijn en wat we doen – belangrijk. Beeldvorming vindt plaats via pers en internet. Ten einde dat te realiseren gaan we:
Hoofdstuk 9 Erediensten De inhoud van de erediensten vallen onder de verantwoordelijkheid van de wijkgemeenten en worden beschreven in de wijkbeleidsplannen. Dit geldt ook voor het omgaan met de sacramenten. De diensten in de Höftekerk en de Stephanuskerk worden gehouden onder verantwoordelijkheid van de wijkgemeenten Centrum-Noord, Centrum-Zuid en Baalder (tenzij er sprake is van wijkeigen diensten, welke onder de verantwoordelijkheid van de betreffende wijk vallen). De diensten in de Witte of Lambertuskerk en de Hessenwegkerk worden gehouden onder verantwoordelijkheid van de wijkgemeenten Heemse-West en Heemser Esch. De diensten in de Matrix worden gehouden onder verantwoordelijkheid van de wijkgemeente Marslanden. De diensten in de Opgang worden gehouden onder verantwoordelijkheid van de wijkgemeente Radewijk. Iedere maand vinden er één of meerdere diensten plaats in de wijken Baalder en Baalderveld onder verantwoordelijkheid van die wijkgemeenten. De avonddiensten vinden plaats in de Stephanuskerk, beurtelings onder de verantwoordelijkheid van de diverse wijkkerenraden Overleg tussen de wijkkerkenraden is zeer gewenst en voor zover het gezamenlijke diensten betreft, noodzakelijk. De Algemene Kerkenraad vertrouwt erop dat de wijkkerkenraden de erediensten zo inrichten dat alle gemeenteleden (jong en oud) zich er thuis voelen en dat er rekening wordt gehouden met de pluriformiteit van de gemeente. De Algemene Kerkenraad stimuleert – uit oogpunt van kosten – dat m.n. in zomerperiodes kerkdiensten gezamenlijk worden gehouden door wijken. De Algemene Kerkenraad bepaalt – in overleg met de wijkgemeenten - het aantal erediensten per wijk op basis van het aantal voorgangers en het beschikbare budget voor predikanten/voorgangers van elders en houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met de wensen van de verschillende wijken. Daarnaast wil de Algemene Kerkenraad wijken ook stimuleren om na te denken of ze zélf – zonder voorganger – diensten kunnen organiseren. Dat heeft een tweeledig doel: enerzijds kan het de geloofsontwikkeling binnen de wijken stimuleren – mensen worden uitgedaagd om zélf een inspirerende kerkdienst voor te bereiden en uit te voeren – ; anderzijds scheelt dit kosten omdat er géén gastvoorganger hoeft te komen. Hierover gaat de Algemene Kerkenraad het gesprek aan met de diverse wijkgemeenten waar vaak een gastvoorganger is. Deze gesprekken gaan plaatsvinden medio 2019. Verder zal de AK stimuleren dat er kerkdiensten worden gehouden voor de doelgroep 30-40, en dat bovenwijks. Zie ook hoofdstuk 4.1 Dit zou per 1-1-2021 moeten beginnen. Hoofdstuk 10 Vorming en toerusting Leren, vorming en het zich verder ontwikkelen in kennis, vaardigheden, houding en gevoel is een permanent proces in het leven van de mens. Gelovige mensen raken nooit “uitgeleerd op de Bijbel”: wie is God, wie is Hij voor mij en wat betekent mijn geloof voor de praktijk van het leven. De Algemene Kerkenraad hecht grote waarde aan vorming en toerusting, waarbij jong en oud in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan een breed aanbod van mogelijkheden. De commissie “Zin in” (voorheen Vorming en Toerusting) organiseert activiteiten die gericht zijn op de blijvende ontwikkeling op het gebied van leven en geloven van de leden van de gemeente. Het is de taak van de commissie “Zin in” om jaarlijks een gevarieerd programma samen te stellen van activiteiten die geschikt zijn voor een groot aantal gemeenteleden, zowel jongeren als ouderen. Daarbij is juist déze groep een voorbeeld van hoe de kerk ook naar buiten een gezicht kan krijgen. De commissie richt zich daarom bij het bedenken van activiteiten ook op wat mensen buiten de kerk interesseert op het gebied van zin- en levensvragen en probeert dan ook zeer nadrukkelijk via plaatselijke media mensen buiten de kerk uit te nodigen. Als de werkgroep “PR” (zie hoofdstuk 8) functioneert, dan kan deze nieuwe werkgroep daarbij een belangrijke rol spelen. De werkgroep heeft in 2018 een inspirerend nieuw beleidsplan geschreven dat door de Algemene Kerkenraad is omarmd. Jaarlijks rapporteert de commissie over haar activiteiten aan de AK en geeft daarbij een financieel verslag over het afgelopen jaar en een begroting voor het nieuwe seizoen. Hoofdstuk 11 Oecumene en contact met andere organisaties De Protestantse Gemeente Hardenberg-Heemse wil volop deel uit maken van de plaatselijke samenleving. Dat betekent een open en constructieve relatie met verschillende (o.a. maatschappelijke) organisaties. Het is vanzelfsprekend dat contacten met andere kerkgenootschappen en religies daarin belangrijk zijn. De samenwerking wordt onder andere vormgegeven via het Platform van Kerken en het Diaconaal Platform. Daarnaast vindt er veel samenwerking plaats tussen wijkgemeenten van onze Protestantse Gemeente en wijkgemeenten van de GKV hier ter plaatse. Als Algemene Kerkenraad juichen we deze contacten toe en zijn – waar het ons gevraagd wordt – bereid ze te steunen. Hoofdstuk 12 Jeugdwerk De planning en uitvoering van het jeugdwerk vindt plaats in de wijkgemeenten. Iedere wijkgemeente heeft een wijkjeugdcommissie of –taakgroep. De Centrale Jeugdraad (CJR) bestaat uit een afvaardiging van vrijwilligers uit de wijken, een predikant en een voorzitter. De CJR zorgt voor overdracht van kennis en ervaringen tussen de wijken onderling en tussen wijken en landelijke organisaties. Als er centrale activiteiten worden georganiseerd zorgt de CJR voor de onderlinge afstemming. De CJR heeft een beleidsplan waarin de eigen beleidsvoornemens zijn weergegeven. Onder jeugdwerk valt: kindernevendienst, tienerdienst, kinderoppas, clubwerk, catechese, jongerendiaconaat en jongerenpastoraat. In de afgelopen beleidsperiode is gebleken dat vooral jongeren van 12 jaar en ouder moeilijk of incidenteel bereikt worden. Kerkgang en deelname aan kerkelijke activiteiten via gezin en opvoeding zijn blijkbaar niet meer vanzelfsprekend. Succesvol jeugdwerk kan dus ook niet zonder betrokkenheid en inzet van ouders. De CJR zoekt samen met diverse wijkgemeenten naar mogelijkheden om deze situatie te verbeteren. In de afgelopen jaren is er op de CJR – op verzoek van de Algemene Kerkenraad – gesproken over het aanstellen van een jeugdwerker voor 1,0 fte over 5 jaar. De CJR ziet dit als een grote kans om het jeugdwerk gemeentebreed te stimuleren en gaat uit van het aanstellen van een jeugdleider vanaf 1-1-2021, zie punt 4.5.6 uit dit beleidsplan. Hoofdstuk 13 College van Kerkrentmeesters Het College van Kerkrentmeesters (CvK) bestaat uit afgevaardigden uit de verschillende wijkgemeenten, aangevuld met een bovenwijks moderamen en mogelijk enige adviserende leden. Het CvK is, naar de bepalingen van de Kerkorde, de Ordinanties en de Plaatselijke regeling, belast met de zorg voor alle stoffelijke aangelegenheden van de gemeente in zijn geheel, voorzover niet van diaconale aard. In overeenstemming met de bepalingen in de Kerkorde en de Ordinanties is het College voor de uitvoering van zijn taak verantwoording schuldig aan de Algemene Kerkenraad (AK). Het verricht zijn werkzaamheden in overleg met de AK en voor zover dit noodzakelijk is met het College van Diakenen en de organen van bijstand. Het CvK werkt volgens een eigen beleidsplan. Conform de bepalingen van de Kerkorde worden de jaarrekening en de begroting door de AK vastgesteld. Beleidspunt: als in 2019 (zie hoofdstuk 5) de plaatselijke regelingen onder de loep worden genomen over wie welke verantwoordelijkheid heeft – Algemene Kerkenraad, Wijkkerkenraden én CVK – zal ook opnieuw worden bekeken of verantwoordelijkheden anders moeten komen te liggen. Daarnaast zal de CVK zo transparant mogelijk zijn naar gemeenteleden over de begroting en jaarrekeningen, zodat gemeenteleden de juiste informatie hebben over de financiële stand van zaken én kunnen meedenken over bezuinigingen én het genereren van extra geld. De website is daarvoor een belangrijk medium 13.1 Financieel beleid Financiën en beheer zijn taken van het CvK. Het is van groot belang dat met zowel de AK als met de wijkkerkenraden een goede samenwerking bestaat. Jaarlijks wordt verslag gedaan van de herkomst en besteding van middelen. De jaarrekening wordt gecontroleerd door een externe accountant. De volgende beleidsuitgangspunten staan vast: - In de gemeente wordt gewerkt met een sluitende begroting, waarbij inkomsten en uitgaven in balans zijn. - Er wordt blijvend een indringend beroep gedaan op de gemeenteleden naar vermogen bij te dragen en zodoende de kerkelijke gemeenschap met zijn activiteiten in stand te houden. - De punten genoemd in hoofdstuk 4: 1-5 13.2 Kerkelijk bureau Uitvoering van het financiële beheer is neergelegd bij het Kerkelijk Bureau Het CvK is verantwoordelijk voor de ledenadministratie in brede zin van het woord, de uitvoering van deze administratie ligt eveneens bij het Kerkelijk Bureau. De ledenadministratie is geautomatiseerd en is gekoppeld aan het landelijk opererende systeem. 13.3 Kerkelijke gebouwen Kerkelijke gebouwen staan ten dienste van het functioneren van de kerkelijke gemeente: zij zijn de ontmoetingsplaats voor erediensten, vergaderingen, samenkomsten, clubs en verenigingen. Het CvK is verantwoordelijk voor het beheer van de kerkelijke gebouwen. Er is een meerjarenplanning m.b.t. het onderhoud van de kerkelijke gebouwen. Het CvK beheert de volgende (kerkelijke) gebouwen: - Höftekerk, Lage Doelen 3 - Stephanuskerk, Voorstraat 36 - Hessenwegkerk, Hessenweg 47 - Witte of Lambertuskerk, Scholtensdijk 24 - De Opgang, Radewijkerweg 31 - Verenigingsgebouw “Het Hoge Doel”, Hoge Doelen 5 - Verenigingsgebouw “De Schakel”, Lage Doelen 5 - Verenigingsgebouw “De Esch”, Hessenweg 47 - Verenigingsgebouw “De Aerninckhoff”, Kerkpad 3 - Verenigingsgebouw “De Oude Kosterij”, Scholtensdijk 22 - Voormalig Kerkgebouw, Rheezerveenseweg 54 - Pastorie Margriet 2 - Pastorie Kerkpad 1 - Pastorie Brandweg 14 - Woonhuis Hessenweg 49 (kosterswoning) 13.4 Orgelcommissie Het CvK is tevens verantwoordelijk voor het beheer van de orgels in de kerkgebouwen en voor de contracten met de organisten. Het schept daarmee de randvoorwaarden voor de eredienst. Het laat zich hierin bijstaan door de orgelcommissies en organisten. Inhoudelijk beleid ten aanzien van de eredienst is een verantwoordelijkheid voor de wijkgemeenten. 13.5 Personeel Het CvK is daarnaast verantwoordelijk voor de contracten met de personeelsleden en het personeelsbeleid. Het gaat daarbij momenteel om de kerkelijk werkers, kosters en de medewerkers kerkelijk bureau. Bij een volledige bezetting is de formatie per 16 september 2018: Predikanten 5,6 fte Kerkelijk werkers 2,0 fte (waarvan 0,5 vacant BV) Kosters /beheerders 2,4 fte medewerkers Schakel 0,6 fte medewerkers kerkelijk bureau 0,7 fte Daarnaast wordt er aan een aantal gemeenteleden een (vrijwillers)vergoedingen betaald voor werkzaamheden die ze voor de kerk doen. Dit is niet in fte uit te drukken. Hoofdstuk 14: De kerk…. is duurzaam Het is de eerste keer dat in een beleidsplan van de Algemene Kerkenraad een hoofdstuk over duurzaamheid wordt opgenomen. Er zijn twee redenen waarom we dat nú wel doen. De eerste reden heeft te maken met urgentie. We leven allemaal “na Parijs (klimaatakkoord 2018). Dat akkoord is gesloten omdat de aarde opwarmt, ijskappen smelten en het klimaat drastisch en snel verandert. Als we nu wereldwijd geen forse maatregelen nemen, dan ontstaan er talloze problemen: overstromingen, vluchtelingenstromen, honger, droogte enz. Als kerkelijke gemeenschap willen we daar onze verantwoordelijkheid uiteraard ook in nemen. Dat heeft te maken met ons geloof – de tweede reden - . We geloven dat we hier op aarde niet zomaar zijn, maar dat het hemelsbrede heelal en het hele kleine planeetje aarde hier niet voor niets zijn, maar zijn geschapen door de Schepper in wie we geloven. Van Hem hebben we de opdracht de aarde goed te beheren en te bewaren. Daar willen we de komende jaren beleid op maken door:
BIJLAGE 1: de cijfers van Jan Boer Vragencluster 1: over al dan niet wijkgericht werken
Vragencluster 2: wat is belangrijker, pastoraat of gebouwen?
Vragencluster 3: Nu is het financieel beheer zo geregeld dat alles centraal wordt betaald – behalve de wijkkassen - ; dat is uit oogpunt van solidariteit tussen de wijken. Moeten we dat handhaven of moeten we meer gaan werken met wijkbudgetten?
Vragencluster 4: Moeten we mensen die niets willen betalen uitschrijven uit het kerkelijk bestand en moeten we een minimum contributie gaan heffen?
Vragencluster 5: Wat moeten we doen met de financiële reserves: investeren in bijv. jongerenwerker, investeren in meer fte pastoraat óf sparen
Vragencluster 6: Bezuinigen op “overig personeel”, gedwongen ontslag of vrijwilligers….
BIJLAGE 2: Beleidsvoornemens uit het beleidsplan Algemene Kerkenraad op een rijtje en met beoogde jaartallen erachter
Bijlage 3: het ledenverloop over de afgelopen tien jaar
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
terug | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||